top of page
Zoeken
Foto van schrijverDr. Ingrid Pénzes

Is de polyvagaal het (niet) helemaal...?!

Bijgewerkt op: 10 nov. 2023



Dat lichaam en geest met elkaar verbonden zijn, weten we inmiddels. Ook het belang hiervan voor fysieke en geestelijke gezondheid. Voor het verklaren hiervan bij langdurige stress en trauma is op dit moment de Polyvagale Theorie van Stephen Porges erg populair 1. En dat is ook niet zo gek, want deze theorie laat o.a. zien hoe trauma wordt opgeslagen in het lichaam en de processen die het autonome zenuwstelsel aanstuurt verstoord. Deze processen dienen het overleven en het herstel van evenwicht en sturen ons alledaagse functioneren aan. Omdat deze processen op een onbewust, niet-cognitief niveau plaatsvinden, is het soms moeilijk om daar woorden aan te geven. De polyvagale theorie helpt om daar wat meer grip op te krijgen en te begrijpen wat er gebeurt. Deze theorie geeft ook inzicht in de wijze waarop deze processen te beïnvloeden zijn. Niet zozeer verbaal en cognitief, maar vooral handelings- en ervaringsgericht zoals in Vaktherapie (zie de kennisbite ‘De polyvagale theorie en vaktherapie’).


Toch is dit niet het hele verhaal. Niet wat betreft het verklaren van de verbinding tussen lichaam en geest. Niet wat betreft gezondheid. En niet wat betreft het verklaren van de werking van Vaktherapie.


Waarom is de polyvagale theorie niet het hele verhaal?

Nog los van allerlei wetenschappelijke kritiek op de evolutionaire en anatomische aspecten van de theorie (waarop Stephen Porges overigens ook weer heeft gereageerd, zie link onderaan de post 2), is de polyvagale theorie ‘maar’ een stuk van de puzzel. Want daar waar deze theorie sterk focust op de Nervus Vagus van het autonome zenuwstelsel, zijn we hier niet volledig aan overgeleverd. Ons functioneren wordt namelijk bepaald door een ingenieus samenspel van verschillende neurobiologische en -psychologische processen. Dit komt omdat ons autonome zenuwstelsel verbonden is met alle organen in ons lichaam en andere subcorticale én corticale structuren. Zoals de activerende en deactiverende werking van de amygdala op het hormoonsysteem en het immuunsysteem (de zgn. HPA-as) en het limbische systeem dat een belangrijke rol speelt bij emotie en emotioneel geheugen. Maar ook corticale processen zoals de regulerende werking van de (pre)frontale cortex die een belangrijke rol speelt bij executieve functies zoals aandacht, concentratie en planning. En het gebied van Broca dat als spraakcentrum belangrijk is voor o.a. het uitdrukken in taal. Samen vormen ze een ‘supersysteem’, zoals Gabor Maté dit heeft genoemd 3. Voor een gezond functioneren zijn de regulatie en integratie van deze verschillende netwerken van belang. En daarmee wordt de polyvagale theorie niet tegengesproken. Deze benoemt namelijk ook het belang van integratie, maar werkt dit niet verder uit.


Uit neurowetenschappelijk onderzoek blijkt dat juist de integratie van verschillende neurale netwerken en systemen is verstoord bij langdurige stress en trauma. De processen die zo belangrijk zijn voor lichamelijke en geestelijke gezondheid zijn gedisreguleerd. Mensen zitten dan vast in onbewuste en vaak rigide patronen van denken, voelen en handelen. Met uiteenlopende lichamelijke en psychische klachten van dien.



Afbeelding: Queensland Brain Institute (NL toevoeging, Ingrid Pénzes)



Het belang van integratie

Gezond functioneren vraagt dus een nauw samenspel van subcorticale en corticale processen. Als die integratie wordt verstoord door bijvoorbeeld lichamelijke of psychische stress of trauma, dan raken we uit evenwicht; we herstellen niet meer (volledig) en blijven bijvoorbeeld te alert reageren op prikkels. In ArTA 4 heb ik dit ‘disbalans’ genoemd, waarbij de corticale processen (het denken) of de subcorticale processen (het voelen) de overhand krijgen en ons gedrag bepalen. We kunnen niet meer adaptief reageren op kleine en grotere uitdagingen die het leven met zich meebrengt. In ArTA heb ik dat ‘adaptief vermogen' genoemd. Met lichamelijk, psychologisch en/of sociaal ongemak als gevolg.


Hoe draagt juist Vaktherapie bij aan de integratie?

Het vormgeven in Vaktherapie vindt op een niet-bewust, niet-cognitief niveau plaats. Het doen en ervaren staan centraal en daar komen in eerste instantie nog geen woorden aan te pas. Disregulatie in de hierboven genoemde neurale netwerken komen tot uitdrukking in de beweging die iemand maakt en worden zichtbaar en hoorbaar in o.a. het beeldend vormen, dans, drama en muziek. En omdat beweging sterk gerelateerd is aan emotie 5, ook voelbaar. De processen die geactiveerd worden in Vaktherapie zijn daarmee analoog aan de processen die het functioneren buiten de therapie aansturen.


En dat is mooi nieuws, want dat betekent ook dat als je iemand op een andere manier laat vormgeven, je deze processen beïnvloedt en werkt aan verandering. Door een andere gerichte beweging op gang te brengen die gepaard gaat met een andere gerichte ervaring, kan iemand 'aan den lijve' ervaren wat dit doet. Een interessant concept in het kader hiervan is neuroplasticiteit, maar daarover meer een andere kennisbite.

De vaktherapeut is bij uitstek in staat om hierbij het vaktherapeutisch middel methodisch in te zetten en specifiek op de cliënt af te stemmen. Met name op de kracht van de cliënt. Want ondanks dat er sprake is van disregulatie, is er altijd een gezond stuk. Door het constructief vormgeven in vaktherapie, wordt dat gezonde stuk aangesproken. Hierdoor, wordt het gevoel van regie oftewel ‘sense of agency’ 5 vergroot. Dit stelt de cliënt in de gelegenheid om in beweging te komen. Bijvoorbeeld door het (gecontroleerd) mobiliseren of juist ontspannen, het gewaarworden van hoe het lichaam reageert op zintuigelijke prikkels (bijvoorbeeld in interactie met de kunstvorm), het waarnemen van welke emotie die daarmee gepaard gaat en hoe deze emotie ‘gevoeld’, verdragen en geuit kan worden in een veilige context. Dit draagt bij aan herstel van balans en vergroten van adaptief vermogen.


Een vormgevingsproces in vaktherapie vraagt zowel denken als voelen. Bijvoorbeeld het (samen) reflecteren activeert corticale processen en draagt zodoende bij aan bewustwording en betekenisgeving. Hierdoor ontstaat begrip en (zelf)compassie voor de eigen overlevingsreacties en kunnen ze geplaatst worden waar ze horen; in het verleden. Dit leidt tot een nieuw narratief, zingeving en perspectief voor de toekomst. Er ontstaat ruimte voor een adaptief gezond(er) functioneren binnen de mogelijkheden van de cliënt.


Afbeelding bovenaan de post: Freepik


1. Porges S. W. (2011). The Polyvagal Theory: Neurophysiological foundations of emotions, attachment, communication, and self-

regulation. WW Norton.

2. Reactie van Porges op kritiek: https://www.polyvagalinstitute.org/background

3. Maté, G. (2019). When the Body says no. The Cost of hidden Stress. Vermilion.

Maté, G. (2022). The Myth of Normal: Trauma, Illness & Healing in a toxic Culture. Vermilion.

4. Pénzes, I. (2022). ArTA. Een evidence-based methode voor beeldend therapeutische observatie en diagnostiek. Where Art meets

Pénzes, I. (2020). Art form and Mental health. Studies on art therapy observation and assessment in adult mental health.

(Proefschrift). Behavioural Science Institute. https://repository.ubn.ru.nl/bitstream/handle/2066/216188/216188.pdf?sequence=1

5. Stern, D.N. (2010). Forms of Vitality. Exploring Dynamic Experience in Psychology, The Arts, Psychotherapy, And Development. Oxford

University Press.

1.149 weergaven0 opmerkingen

Opmerkingen


bottom of page